
Als gevolg van de uitvoering van een IVF- of ICSI -cyclus kunnen zich meer kwalitatief goede embryo’s ontwikkelen dan het aantal dat in de baarmoeder wordt geplaatst. Deze embryo’s worden bevroren (gecryopreserveerd) en kunnen worden gebruikt bij een volgende, nieuwe embryotransfer. In dat geval is stimulatie van de eierstokken niet nodig.
De ‘extra’ ontwikkelde embryo’s worden ingevroren in vloeibare stikstof en kunnen dat blijven tot een later tijdstip. In overeenstemming met de Spaanse wetgeving mogen de embryo’s ingevroren blijven zolang de desbetreffende vrouw fysiek in staat is om een zwangerschap te voldragen.
De kans op een voldragen zwangerschap ligt bij embryo’s die eerst bevroren en later ontdooid zijn, iets lager. Aan de andere kant is het proces veel eenvoudiger en goedkoper dan wanneer de hele IVF- of ICSI-procedure wordt toegepast.